zondag 29 januari 2012

TAFELBOEK

Martin Heylen, 'In mijn hoofd'


Ik zag Raymond voor het eerst toen ik vijftien was, in een parochiezaaltje ergens bachten de kupe. Meisjes, Je veux de l'amour, Brussels by night... Opnieuw geboren worden noemt men dat. Ook onvergetelijk: het aperitiefconcert op paasmaandag in de Kreun in Bissegem in het midden van de jaren negentig, Raymond op de piano die na een perfecte set afsloot met wat hij aankondigde als een nieuw nummer: Twee Meisjes.

Een optreden van Raymond verloopt zelden vlekkeloos. Diep teleurgesteld was ik als hij mijn lievelingsnummers tijdens een concert weer eens opzettelijk om zeep hielp of halverwege afbrak. En kwaad op mezelf, omdat ik mijn zuurverdiende zakgeld spendeerde aan een kaartje van een artiest die zichzelf (live) niet au serieux wou nemen. Maar telkens hij in de buurt kwam, stond ik toch weer op de eerste rij.

Televisiemaker/schrijver Martin Heylen werd door Raymonds platenchef uitgenodigd om iets rond zijne eigenzinnigheid te doen. Al gauw stond vast dat het geen biografie zou worden, want Heylen had geen zin om het turbulente leven van deze volkszanger annex rock 'n' roll animal geduldig te ontwarren en in kaart te brengen. Ook al halverwege dit aardse leven heeft hij naar eigen zeggen immers geen tijd meer te verliezen. Ze spraken af in een restaurant in Oostende en gingen, tussen de visschotels en witte wijn door, op zoek naar een concept.

Omdat het aan tafel is ontstaan, noemt Heylen het een tafelboek. Opzet: tien belangrijke thema's in het leven van de zanger, telkens gelinkt aan een nummer uit zijn repertoire, terug te vinden op de bijgeleverde cd. Over z'n jeugd, obsessies, vakmanschap, sport, muziek, en de liefdes van zijn leven. Over zijn geweldige madam Sigrid, de vriendschap met drummer Cesar, en bewondering voor Gerard Reve. En natuurlijk over zijn seksuele obsessies en fantasmen. Het is al langer geweten dat deze aimabele dwarsligger, wanneer hij op dreef is, geen (vijgen)blad voor de mond neemt.

Soms krijg je de indruk dat Heylen ons niets wil onthouden, en af en toe levert dat een mooi moment op. Bijvoorbeeld, wanneer een opeenstapeling van gedachten tot een verhelderend inzicht voert. Toch had het wat strakker gemogen. Ook het herhaaldelijk vermelden wanneer Raymond dringend naar het toilet moet (waarmee er een lijn onder een bepaald hoofdstuk getrokken wordt) hoefde niet echt. Maar je leert er Raymond in elk geval weer een beetje beter door kennen: he's human after all.

Daarnaast opent het boek een klein boekje over Martin Heylen. Want na een paar keer samen stappen ontstaat een band. De interviews lijken dan ook meer op gesprekken. Vragen worden bekentenissen, en verraden eigen gewoontes en rariteiten... Het kon iets discreter, maar snakken we niet allemaal naar een beetje zon?

En het boek is er toch maar mooi gekomen, vol verhelderende inzichten in deze fascinerende persoonlijkheid. Want niet zelden verandert zijne ongeduldigheid tijdens het gesprek gewoon van mening. Raymond omzwachtelt zijn kleine kantjes niet. Bij momenten geeft hij zich volledig bloot. Niets des mensen is hem vreemd en hij is niet te beroerd dat voor Jan en alleman te bekennen.

Zo legt hij op een bepaald moment ook uit dat hij op het podium niet kan veinzen. Dat hij voor bepaalde nummers soms niet in de stemming is, en dat het (uit)spelen ervan dan op verraad lijkt van zichzelf en het publiek. Had ik dat destijds maar geweten! Meer dan een prima tafelboek dus, voor alle liefhebbers van de muziek van Raymond, én ook een beetje voor de fans van Martin Heylen.


Rino Feys © Cutting Edge

Geen opmerkingen: