maandag 27 augustus 2007

Graancirkels



De prof houdt ernstig rekening
met een onaardse tekening.
De dichtste buur van het spektakel is
Fernand,
een bejaarde vrijgezel bij wie ik
aanbel op het middaguur.

Of hij iets heeft gemerkt
misschien,
een vreemd gerucht
van iets dat stilhield in de lucht?

Nee, Fernand heeft niets gezien.

Hij gelooft niet in een ruimteschip
maar durft wel in te zetten op een
uit de hand gelopen wip.

“Die gasten zijn romantisch, hé meneer,
ze zien het groot die eerste keer.”
Hij lacht twee tanden bloot en hoest
de longen uit z’n lijf.

“WAT?”, bast hij
als hij de twijfel in mijn ogen ziet,
wijst op het wetenschappelijke blad;
“ik zit er dichter bij dan zij!”

Herinnert zich op slag
een wat vergeelde zomerdag,
de fietsen in de gracht gezet,
het meisje in het galmenbed,
haar dijen wijd uiteen.

Fernand staart door het keukenraam
hij glimlacht teder en zegt zacht:
“Ik werd geïnviteerd, meneer.”

Hoe vaak heeft hij hieraan teruggedacht?


“Meneer, ik was zo jong nog in die tijd,
ik had nog geen rijvaardigheid,
mijn rits zat vast, ik wrong me uit
uit de kleren.
Maar ’t mag gezegd,
het ging niet slecht, alleen...”,
een aarzeling, hij stokt
bij de herinnering,

“Alleen de boer kwam onverwacht.”

1 opmerking:

pascal digital zei

Ja, en dan vrijgezel gebleven! Zeer goed, Rino! U bezit de gave van de opmerking.