dinsdag 14 augustus 2007

Evan Dando Compleet



Fré is altijd al een Lemonheads adept geweest. Eergisteren liet hij, op terugweg van hun optreden op de Lokerse Feesten, en zonder al te grote verwachtingen te koesteren, een briefje achter aan de balie van het hotel waar Evan Dando verbleef. ’s Anderendaags gebeurde het onmogelijke: er kwam een telefoontje waaruit bleek dat de opper-Lemonhead een soloconcert - voor z'n terugkeer naar de States - in het café waar Fré’s broer één van de uitbaters is, wel zag zitten. Diezelfde avond nog kwam de legendarische voorman naar Roeselare afgezakt. Dankzij wat gsm-verkeer liep het café – goed voor zo’n goeie honderd aanwezigen - snel vol. De arriverende gelukkigen keken bij aankomst nog steeds vol ongeloof om zich heen, als betrof het aangekondigde concert een wrede, sterk verlate aprilgrap.

The Lemonheads die aanvankelijk met beide benen in de punk geworteld stonden, bleken aan het begin van de jaren negentig aan de zijlijn van de grunge mee te evolueren tot een opwindende country-punkrock sensatie, grossierend in speelse, klaterende powerpop met sprankelende melodieën, van iedere vorm van pretentie gespeend. Het album ‘It’s A Shame About Ray' geldt nog steeds als een klassieker en bij het verschijnen kwam Dando’s gezicht op de cover van talloze tijdschriften en muren van meisjeskamers terecht. Niet bestand tegen het succes, zocht hij z’n heil jammer genoeg in verdovende middelen. In een mum van tijd oversteeg z’n reputatie als terminale drugsverslaafde die van muzikant. Hierdoor miste Evan Dando z’n definitieve status als tijdloze performer: tegen de tijd dat hij opnieuw klaar kon zien, had het grote publiek zich alweer van hem afgekeerd. Aan het begin van de jaren tweeduizend klauterde de verloren gewaande Dando dankzij opgemerkte solo-optredens en het heerlijke 'Baby I'm Bored' andermaal uit de vergetelheid. Twee jaar terug trok hij de studio in met The Lemonheads, en kwam tevoorschijn met het gesmaakte gelijknamige comebackalbum.

De veertigjarige man die nu het vier vierkante meter grote podium besteeg, oogde als een verlegen jongen die de eerste nummers onafgebroken naar het plafond staarde, wellicht te wijten aan wat bij artiesten van formaat bekend staat als kleine podiumvrees. Langzaam kwam het ex sekssymbool los en trakteerde de gelovigen op een onafgebroken serie klassiek geworden songs. Ook ‘It’s A Shame About Ray’ werd niet ontzien; op een paar nummers na werd het hele album gebracht. Soms klonken de songs wat fragmentarisch, waarschijnlijk te wijten aan het feit dat het oeuvre van the Lemonheads zich niet altijd even goed leent voor een solo performance. Niettemin leverde de ondertussen fel vermagerde maar nog steeds aantrekkelijke Dando doorwrochte interpretaties van de nummers af.
Na een korte pauze werden de teugels wat gevierd en dat kwam de songs niet altijd ten goede. Naar het einde toe werd er iets meer geïmproviseerd en raakte de spanning er een beetje uit. Het niveau zakte horenderoren en na een nummer waarin hij in gemompel verzandde en z’n gitaar op drift geslagen leek, riep hij plots

“I am back!”

waardoor duidelijk werd dat de man die voor ons stond enkel in z’n hoofd weg was geweest. Daarna sprong hij van het podium, voor een frisse pils zo bleek, waarna hij tot ieders verbazing op slag ontnuchterd de tweede set tijdens de bisnummers redde en tenslotte afsloot met een aangrijpende versie van Big Stars ‘Thirteen’.

Het is duidelijk dat Dando z’n drugsverleden niet helemaal afgezworen heeft, maar ik wil graag geloven dat hij z’n demonen toch min of meer onder controle weet te houden. Desalniettemin een onvergetelijke avond.

Geen opmerkingen: