maandag 8 mei 2017

MARK VANGHELUWE, 'BRIEF AAN DE PAUS'

Gelukkig heb ik het boek van Mark Vangheluwe, ‘Brief aan de paus’, gelezen voor ik de recensie in Humo las. Niet dat ik het anders niet gelezen zou hebben maar msschien ging ik me te zeer gefocust hebben op het zoeken naar de taalfouten waarvan het in het boek volgens recensent j.a. van bulkt. Ervaren lezers weten dat dit wel vaker voorkomt bij een eerste druk. Het zou niet mogen, maar het gebeurt toch en niet alleen in dit boek. Zoveel heb ik er bovendien ook niet in aangetroffen.

De vragen die j.a. daarna stelt zijn misschien interessant om een antwoord op te krijgen maar helaas voor hem had Mark een ander boek voor ogen. Dat is wellicht ook de reden waarom hij het uiteindelijk zelf geschreven heeft.

Zo kan Mark geen verklaring geven voor het gedrag van zijn oom, iets waar j.a. zwaar aan tilt. Maar ja, Mark is nu eenmaal geen psycholoog. Hij is, jammer genoeg, het slachtoffer dat hier zijn onthutsende relaas voor ons probeert te schetsen.

J.a. vindt het ook een gemiste kans dat Mark andere misbruikte leden binnen zijn familie ontziet. Ik vond het een bewonderenswaardige keuze dat hij hen vrij laat om zelf te kiezen of ze hun wedervaren met de buitenwereld willen delen. Het ware nochtans gemakkelijk geweest om met zijn kennis van de feiten nog eens ferm in deze beerput te roeren. In plaats daarvan houdt hij het bij zijn eigen verhaal. Geen nood: het biedt nu ook al genoeg stof om een script op te leveren dat met dat van 'Festen' kan wedijveren.

Een ander punt van kritiek in de recensie is Marks begripvolle houding ten aanzien van zijn ouders. Hoeveel jaren moeten het hem niet hebben gekost, ondertussen zelf vader zijnde van drie zonen, om de tweestrijd waarin zijn ouders verkeerden onder ogen te kunnen zien zonder zich door zijn eigen gevoelens te laten meeslepen?

Ik herinner me nog levendig de grootscheepse belegering door de pers toen Mark Vangheluwe uiteindelijk, aan het eind van zijn Latijn en als gebroken man met zijn verhaal naar buiten kwam. De telefoon stond niet stil en hij en zijn familie konden zich niet buitenshuis begeven zonder door camera’s te worden belaagd. In plaats van een maatschappij die hen steunde en begripvol bejegende kwamen ze in de jungle terecht en werden ze maandenlang opgejaagd wild. Weer iets waar hij zijn verhakkelde gezin uit moest zien te redden. Maar hij weerstond de verleiding om voor het geld met zijn verhaal op de voorpagina’s te komen. En hij weerde de grote schrijvers af die zijn verhaal gingen schrijven. Hij bleef zoeken, wroeten en ploeteren tot hij de schrijver in zichzelf gevonden had. Vandaag is het dus zover.

Eén van de zaken die het meeste indruk maken in dit boek is de serene wijze waarop Mark de situatie benadert. Hij hakt er niet in met de botte bijl op zoek naar wraak en gerechtigheid. Nee, in plaats daarvan brengt hij verslag uit van een lang en moeizaam proces waarin hij observeert en reconstrueert en ondertussen probeert te begrijpen wat er precies is gebeurd. Zijn oom was pastoor toen het misbruik begon en Mark een kind van vijf jaar oud. De ontering hield aan terwijl hij opgroeide. Met gemengde gevoelens keek hij als tiener naar het ontzag van de wereld voor zijn oom terwijl deze steeds hoger op de kerkelijke ladder klom. Hoe de mensen om hem heen in zwijm dreigden te vallen wanneer de kerkvorst verscheen. Hij ontdekte dat hij een van de weinigen, misschien zelfs de enige was die de andere kant van deze man kende. Een schijnheilige die zijn lusten en verlangens bij iedere gelegenheid op de jongen botvierde. Een onthutsend verhaal van vernedering, bedrog en verraad.

Mark mijdt de pijnlijke herinneringen niet. Hij neemt ons mee naar de verplichte nummertjes die blijven duren, ook wanneer het misbruik allang opgehouden is. Alles om de schijn op te houden. Wat volgt is de weergaloze beschrijving van een reeks gebeurtenissen waarmee het waargebeurde verhaal in een stroomversnelling komt. Een genadeloze ontleding van de feiten, meesterlijk beschreven en spannend als een thriller. Je leest het met groeiend ongeloof, voelt de pijnlijke beklemming. De hypocrisie binnen de kerk is huiveringwekkend. Gelukkig kun je ook geregeld lachen om de potsierlijke situaties die Mark trefzeker en met een verfijnde humor schetst.

Maar vergeet dit alles nu maar weer en schaf u het boek gewoon aan. En ga zitten voor één van de leeservaringen van het jaar.

Geen opmerkingen: