zaterdag 18 augustus 2012

IK PARKEERDE BIJ EEN BUSHALTE


Op de betegelde strook tussen gras en asfalt lag een ekster,
een vleugel gevouwen als een arm, knus als een hoofdkussen.
Een tweede ekster dook op, bleef hangen,
streek op een paaltje neer, werd een vraagteken.

Rukte op tot de liggende vogel, marcheerde eromheen:
dit was not done, in volle zon open en bloot liggen pitten.
Kruiste de vleugels, prikte om door te dringen.
Maar behalve dons en veren was er weinig dat bewoog.

Viel omhoog, stortte te pletter.
Bedaarde, stak zijn nek uit, versteend.
Ging er schril kwetterend vandoor.
De bus toeterde achter me.

Geen opmerkingen: