John Steinbeck, 'Reizen met Charley'
Wanneer
John Steinbeck verneemt dat hij aan een ongeneeslijke hartziekte
lijdt, besluit hij om werk te maken van die uitgestelde roadtrip door
Amerika. Steinbeck, schrijver van klassiekers zoals 'Grapes of Wrath'
(1939) en 'East of Eden' (1952) speelt al langer met het idee, want
hij heeft het gevoel vervreemd te zijn geraakt van het land dat zo'n
prominente rol speelt in zijn boeken. Het is niet ondenkbaar dat, als
hij nog iets langer wacht, zijn conditie een dergelijk intense
onderneming niet meer aan zal kunnen.
De
schrijver schaft zich een kleine vrachtwagen aan die hij Rocinante
noemt, naar het paard van Don Quichote, en laat die ombouwen tot
camper. In 1960 vertrekt hij met zijn oude hond als metgezel. Charley
is een uiterst beleefde poedel die zich zelden of nooit opwindt,
behalve als er wasberen in de buurt zijn. Verder komt hij goed van
pas, bvb. als Steinbeck zin heeft in een praatje. Dan laat hij
Charley uit de truck, drinkt rustig een kop koffie en gaat daarna op
zoek naar de viervoeter, wat hem bij de betere keuken en gastvrije
bewoners brengt. Onderweg voert hij geregeld filosofische gesprekken
met Charley, waarin hij zich beklaagt over de eenheidsworst die wordt
opgediend in wegrestaurants, de deprimerende keuze aan leesvoer
onderweg, en het armzalige aanbod op de plaatselijke
radiostations. Soms herkent hij zijn land niet meer, en vraagt
zich af waarom vooruitgang er zo vaak uitziet als verwoesting.
Charley doet er steevast het zwijgen toe, een stilte die hij
hoogstens doorbreekt met een 'ftt', wat betekent dat hij de
plaatselijke flora wil verkennen.
De
reis verloopt van Long Island naar de Pacific en terug naar New York.
Steinbeck is een smakelijk verteller, en de lezer komt alles te weten
over de grote en kleine problemen die zich stellen op zo'n reis. Zo
komt de vindingrijke avonturier er achter dat, als je 's morgens,
voordat je vertrekt, je vuile hemd, ondergoed en sokken samen met wat
water en zeep in een emmer met deksel doet, en dat met een elastisch
koord aan de stang in je kleerkast vastmaakt, je 's avonds over
schone was beschikt. Je leeft mee als Charley ziek wordt, en John een
norse dierenarts treft die niet meteen geneigd is om nog iets voor de
oude hond te doen. Charley komt er uiteindelijk weer bovenop, maar
zou het verschijnen van het boek niet halen.
Het
moeilijkste gedeelte van de trip wordt voor laatst bewaard. Steinbeck
had al een hekel aan het idee dat hij door Texas moest, iets waar hij
om familiale redenen niet onderuit kan. Maar echt grimmig wordt het
pas als hij het zuiden bereikt. De kloof tussen blank en zwart is er
nog onoverbrugbaar, en het is duidelijk dat niemand voorzag dat
een zwarte president vijftig jaar later op een tweede ambsttermijn
zou afstevenen. Het valt de schrijver, die gruwt van rascisme,
moeilijk om zwijgzaam toe te zien hoe kleurlingen er
onder het juk van de blanken gebukt gaan. Hij moet ook op zijn tellen
letten, want pottenkijkers zijn er niet welkom, vooral niet als hun
wagen het kenteken van New York draagt.
Reizen
met Charley vormt een buitenbeentje in het oeuvre van Steinbeck. Een
reisverhaal over een verdwenen wereld. Een handige kampeergids met
tal van wetenswaardigheden, en tips over reizen met honden. Een
meesterlijk staaltje vertelkunst, geschreven met een vrolijke
ondertoon, terwijl je tussen de regels het relaas leest van
een oudere man die met een open blik naar een snel veranderende
wereld kijkt. Twee jaar na de verschijning van het boek zou Steinbeck
de Nobelprijs voor de Literatuur in ontvangst nemen, een kleine vier
jaar voordat zijn hart het begaf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten