donderdag 29 oktober 2009

Gezocht

Ik heb niets gehoord, maar hij is de winkel dan ook zo geruisloos binnengekomen dat zelfs de hond het niet heeft opgemerkt. Pas als hij zijn eerste woorden spreekt, veert ze geschrokken op, wipt uit haar mand en met waanzinnig opengesperde ogen klauwt ze - zwaar ademend - om zich heen, met moeite vooruit komend. Een diep grommen zwelt in haar keel tot het, eenmaal aan de oppervlakte, explodeert in schril geblaf. Uiteindelijk komt ze op snelheid en mist dan jammerlijk genoeg de laatste bocht.
'Verkoopt u hier ook boeken over gesprekken met doden?'
Glanzend, zwart haar dat sluik op z'n voorhoofd ligt, en een donkere, onderbroken ringbaard die lijkt te soliciteren voor pornosnor maar daar op de één of andere manier de cojones toe mist. Een sjofele verschijning, gehuld in te grote, versleten kledij. Dat alles verzinkt echter in het niets bij die indrukwekkende lichtblauwe ogen waarin het leed van heel de wereld lijkt te schuilen. Ogen die verzuipen in weemoed, alsof ze iets heel moois dat ze ooit mochten aanschouwen en ze toen bruusk ontnomen werd, niet kunnen vergeten.
Ik schud het hoofd iets te enthousiast.
'Ja, ik weet het, het zijn geen boeken voor iedereen. Toen ik jouw leeftijd had en (hij kijkt nog eens naar mij) dertig was, las ik ook iets anders. Maar nu ben ik daar wel mee bezig. Ik ben er namelijk redelijk zeker van dat er nog iets is hierachter. Mijn moeder, ze is recent overleden, las dat ook graag. Ik heb haar die boeken nog geleend. Het liet haar niet meer los, ze was er door gefascineerd geraakt.'
'En heb je met haar afgesproken?'
Hij kijkt me verrast aan, lijkt even na te denken, en haalt daarna de schouders op, zodat zijn hoofd in z'n lijf verzinkt.
'Ik durfde niet. Ik heb er nochtans vaak over gefantaseerd... Hoe ze me van daaruit een teken ging geven... Maar 't was zo raar om dat te vragen. En zij heeft er ook niets over gezegd. Misschien wilde ze wel, maar twijfelde ze ook. Nu heb ik er wel spijt van. Af en toe gebeurt er iets waarbij ik denk: het is misschien een teken! Maar je weet het nooit zeker hé.'
Hij zucht.
'Ik had niet verwacht dat ik haar zo ging missen.'
De hond staat vol verwachting tegen z'n been te kwispelen, maar de man doet alsof hij het niet merkt.
'De mensen zijn hard. Iemand zei op de begraving: Ze kan niet klagen, ze is drieënnegentig geworden.'
Ik maak twee koffies. Daarna staan we een tijdje in gedachten verzonken, hete koffie nippend aan de kassa - hij voor, ik achter de winkeltoog.
'Dan heb je toch ruim de tijd gehad om het haar eens voor te leggen.'
(Hij kijkt gekweld.) 'Ja, maar ik wachtte te lang en toen werd ze ziek, en ik durfde niet meer... Het was als zeggen: kijk, je zult toch niet meer beter worden, dus kunnen we maar beter afspreken...
(Plots enthousiast) Maar ik heb eens een verhaal gelezen over twee vrienden die wel afgesproken hadden; wie het eerst ging van de twee zou een vooraf overeengekomen teken geven. Uiteindelijk ging er eentje dood. De ander heeft lang moeten wachten, maar hij heeft dan toch dat teken gekregen... (hij buigt zich naar me toe en fluistert) allee... da's toch wel straf é...'
We schieten gelijktijdig uit in een lach die vreemd genoeg blijft aangroeien, alsof we elkaar aansteken, besmetten. Een opeenstapeling van schokgolven, gevoed door een reeks niet bij te houden, plots hilarische inzichten die elkaar in een hoog tempo overlappen en zorgen voor oplichtende flitsen in de bovenkamer. Twee vreemden die voor elkaar staand worstelen met een slappe lach, om god-weet-wat voor uiteenlopende redenen...
De hond springt jankend tegen me op, ze begrijpt er niets van.
Terwijl ik de lachweeën in mijn borst onder controle tracht te krijgen, veegt hij, nog nahikkend, de tranen uit zijn ogen.
Daarna drinkt hij het kopje leeg, schrijft zijn telefoonnummer op (voor het geval ik zo'n boek moest binnenkrijgen), en bedankt me voor de koffie. Maar naar de deur lopend bedenkt hij zich, draait zich nog even om en kijkt me met die bleke, glinsterende poelen, nog een laatste keer aan. De lach heeft zich alweer grotendeels verscholen in de plooien van zijn gezicht.
'En mocht je boeken over ufo's vinden, die verzamel ik ook.'

Geen opmerkingen: