woensdag 4 november 2009

Losgeslagen Pornoproza

Nick Cave, 'De dood van Bunny Munro'


Het keurslijf van alternatieve rockmuzikant zat de veelzijdige Nick Cave altijd al te nauw, en zich roerend sloeg hij de jongste jaren wel vaker een zijstraatje in. Zo legde hij zich onder meer toe op het componeren van filmmuziek, schreef enkele scripts (o.a. voor de intrigerende western The Proposition) en leverde recentelijk een tweede boek af. Wie hoopte op een groots opgezette, bijna mythische roman zoals zijn twintig jaar oude schrijversdebuut And The Ass Saw The Angel, zal met De Dood Van Bunny Munro (The Death Of Bunny Munro) wellicht van zijn stoel gevallen zijn. Zoals dat meestal gaat met het ouder worden, neemt de mens in Nick Cave de rol van de poseur geleidelijk aan over, en stelt de kraai zich steeds zichtbaarder op. Zowel op als naast het podium is hij een stuk tastbaarder en menselijker geworden. Dat merk je nu ook in zijn nieuwe boek: geen grootse parabel van hemelse proporties, geen hoogdravende waanzin waarin de schrijver bovenal zijn superieure schrijftalent etaleert, maar een boek waarin het hier en nu beschreven wordt en waar de hoofdrol weggelegd is voor een man van vlees en bloed. Bloed dat door zijn van wellust bonkende hart weliswaar heel vaak naar zijn rauw gerukte en door eindeloze neukpartijen gemartelde lid wordt gestuwd, maar toch: een mens. In onze verpreutste, hedendaagse maatschappij waar het beest in de man bijna een bedreigde diersoort geworden is, voelt het als een verademing om het hoofd eens lekker loos te laten gaan op de kadans van Cave's messcherp gecomponeerde & losgeslagen pornoproza.

We volgen de laatste dagen van een huis-aan-huisverkoper die zich tijdens het verhandelen van huis-tuin-en-keuken cosmetica tussen de al dan niet bevallige benen van z'n vrouwelijke klandizie manoeuvreert. Een trouwens best wel sympatieke kettingroker die het eigenlijk allemaal ook niet kan verhelpen, en die de lezer gaandeweg weet in te pakken. Het enige medicijn voor zijn zwaarmoedige buien blijken, naast de sloten drank en bergen cocaïne, de aan een hoog tempo voorbij denderende sexpartijen die hem (volgens hemzelf tenminste) dankzij zijn onweerstaanbare, dierlijke charmes te beurt vallen.
Na de dood van zijn vrouw, waar hij indirect de oorzaak van is, neemt hij zich vol goede bedoelingen voor om de opvoeding van zijn negenjarige zoon als een echte vader op zich te nemen. Vol donkere, sarcastische humor worden de tragische belevenissen van de twee beschreven.
Het levert een baldadig boek op, en een feest van taalkundig vuurwerk. Het leest als een tegendraadse lofzang op het mannelijke libido, en gunt ons een blik op de rise en fall van een sexverslaafde. Cave toont zich een meester in het ontleden van de menselijke psyche, de ver uiteenlopende ambities en gedachtengangen van zowel de vader als de zoon worden minitieus ontleedt. Enkel aan het eind vergallopeert hij zich even aan de wat groteske finale, en gaat hij uit de bocht: één van de weinige, echte minpunten van deze, als een trein voorbij denderende pulpparabel. Geen meesterwerk, maar één van de geestigste boeken van het afgelopen jaar.

Geen opmerkingen: