zaterdag 23 mei 2009

Ford Escort


Vader kantelde de garagepoort omhoog, een witte Ford Escort werd zichtbaar. We hadden onze zondagse kleren aan en stonden nerveus te wiebelen, alsof het ergens jeukte waar we niet bij konden, ergens binnenin, en stootten elkaar aan, vol ongeduld. We waren sedert het middageten wild uitgelaten geweest, en om ons stil te krijgen had moeder herhaaldelijk gedreigd dat we thuis zouden blijven als het kabaal niet onmiddelijk ophield. Maar het hielp niet, en dat kwam omdat we aanvoelden dat ze het niet meende, dat ze zelf moeite had om rustig te blijven. Het was dan ook pas de tweede keer dat we mee mochten met de wagen. Zelfs voor mijn vader als chauffeur was het nog maar de tweede rit.
Vorige zondag had Marcel alles haarfijn uitgelegd. Hij was sinds die dag onze garagist. Hij handelde voornamelijk in occasiewagens. Op zijn hellende oprit bood hij verschillende exemplaren aan, maar die witte Ford Escort was meteen onze favoriet. 's Ochtends hadden we mogen toezien hoe moeder de blikken doos met het portret van een jeugdige koning Boudewijn leeg haalde. De doos, die zich onder de hoede bevond van een met wijwater gevuld Mariabeeldje dat uit Lourdes kwam, bevatte het geld van vader's overuren. Geld afkomstig van de vele karweien waarvoor vader, die stukadoor was, na het avondeten op de fiets sprong om meestal pas midden in de nacht dodelijk vermoeid terug te keren. Geld van lange, eindeloze zaterdagen en soms zelfs zo'n zondag. Geld ter compensatie voor de tijd die men normaal met de familie doorbrengt. Niet dat het hebben van geld voor mijn vader zo'n grote rol speelde. Hij kon gewoon nooit nee kon zeggen als hem iets werd gevraagd. Altijd was er wel iemand die een muurtje afbrak, of er eentje bijzette, een deur dichtmetselde of er één tekort had. Een wc in huis installeerde zodat ze niet meer naar buiten hoefden 's avonds. Die een badkamer, een hal, of een nieuwe keuken wilde. Kortom, er was een plakker nodig die de ruwbouw in iets huiselijks omtoverde, en die waren nu eenmaal niet gemakkelijk te vinden.
De metalen koffer met mixer werd op de bagagedrager van z'n fiets gelegd. Daarop een kleine plastic waskuip. Werkschoenen. Plakmes en truweel. Waterpas en spons. Een handborstel. En over dat alles drapeerde hij zijn overal. 'Hoe minder ze zien, hoe beter ze slapen', fluisterde hij graag met opengesperde ogen, een allang uitgedoofde peuk klevend aan zijn onderlip. Een korte en een lange rei - licht metalen profielen waarmee muren en plafonds werden afgerecht - kleefde hij met plakband aan elkaar en hield hij rijdend onder een arm geklemd, terwijl hij met z'n andere hand zijn stuur vasthield. Zo heeft mijn vader in de loop der jaren honderden, misschien wel duizenden kilometers afgelegd.
Maar het was niet tevergeefs geweest. Moeder streek de opgespaarde, dichtgevouwen briefjes open. Eindelijk zouden de opofferingen en ontberingen hun vruchten afwerpen.

Kort na de middag reden we drie kwartier lang aan dertig per uur naar onze grootouders, twintig kilometer verderop. Marcel had gesmeekt om daar nog een paar weken mee te wachten, want mijn vader mocht dan wel een rijbewijs hebben, het was voor het eerst dat hij met een wagen reed en de garagist vreesde dat deze eerste rit meteen wel eens de laatste kon zijn. Destijds was mijn vader in de gelegenheid geweest om het document voor tweehonderdvijftig oude Belgische Franken aan te kopen. Maar tot die morgen had hij nog nooit achter het stuur van een auto gezeten. Na de proefrit riep Marcel, roodaangelopen en trillend van opwinding, dat het onverantwoord was, dat we zouden verongelukken. Hij was er niet gerust op, maar vader wilde van geen wijken weten. We hebben het er nooit over gehad, maar ik ben zeker dat we er allemaal aan hebben gedacht, toen we enkele weken later hoorden dat Marcel onverwachts het tijdelijke voor het eeuwige ingewisseld had. Of die zondagmorgen niet de kiem tot dat fatale hartinfarct was gelegd.

Maar alles was goed verlopen, en opnieuw waren we diep onder de indruk toen tot ons doordrong wat een ongelofelijk en gelukkig toeval het was dat zowel onze grootouders langs vaders als de grootouders langs moeders kant net naast elkaar woonden. Dat dit niet echt een toevalstreffer was en bovendien tot weinig had geleid dat met geluk te maken had, ging ons begrip toen nog te boven. Het enige voordeel dat dit trouwens met zich meebracht, was dat we bij het ene huis naar buiten stapten, en enkele seconden later bij het andere naar binnen, zodat we iets voor vier uur alweer op terugweg waren. We moesten het lot nu ook niet tarten, vond mijn vader, door bij deze eerste uitstap reeds in het donker te rijden.
Je kon je geen groter contrast inbeelden. Langs moeders kant was roken taboe, en slechts bij uitzonderlijke gelegenheden kwam er alcohol op tafel. Er vonden min of meer beschaafde conversaties plaats. Dat zou traditioneel de eerste halte worden. We dronken er een kop koffie, de auto werd gekeurd, mijn grootvader en grootmoeder, die een stuk ouder waren dan mijn grootouders langs vaders kant - ze leken minstens honderd - moesten van mijn vader persé even achter het stuur gaan zitten, hij was zo trots dat hij zijn afkeer voor hen vergat. Het leverde een vreemd beeld op. Toen gingen we met zijn allen weer naar binnen, waar we een tweede kop koffie dronken. De koffie van grootmoeder was tijdloos, en met geen andere koffie te vergelijken. Net zoals ze de pan waarin ze pannenkoeken bakte nooit afwaste, goot ze nooit een restje koffie weg. Wat overbleef, mengde zich met de verse koffie. Ik vermoed dat er zich in deze koffie restanten bevonden die nog van voor de oorlog datteerden.
Daarna werd ons uitgeleide gedaan, er werd uitvoerig gezwaaid en toen hoorden we hoe de deur in het slot viel. Ik mocht aanbellen en terwijl ik op de bovenste trede van het trapje stond, kon ik de geur van de honderdduizenden opgerookte groene Michels reeds ruiken waarvan het huis doordrongen was. Bij deze grootmoeder en grootvader leek het alsof er altijd een bak pils onder tafel stond, en zowel grootvader, mijn vader als m'n nonkels graaiden er regelmatig in, en verlosten de flesjes - Plop! - van de kroonkurkjes met hun aansteker. Iedere aansteker van mijn vader had een ruw, geribbelde onderkant. Groene Michels werden joviaal uitgedeeld. Soms had je moeite om personen te onderscheiden, een dikke mist vulde het vertrek. Ondertussen werd er zwaar gediscussieerd over het voetbal en de merkwaardige belangstelling die toen heerste van Chinezen voor de vinken en de duivensport.
Op weg naar huis hadden vader en moeder voor hun doen ongewoon veel te bespreken, en ik merkte een vreemde vrolijkheid in hun stemmen op. Voor ik tussen mijn broer en zus indommelde, drong tot me door welke nieuwe mogelijkheden zich aandienden, nu we over een wagen beschikten. Hoe de wereld aan onze voeten lag.
Later hoorden we dat Marcel die avond nog tot aan onze deur was gereden om te kijken of we goed thuisgekomen waren.

De hele week bleef de garagepoort op slot, en mijn vader reed gewoonte getrouw weer met zijn fiets naar het werk. De auto zou nog geruime tijd iets voor de zondag blijven. Maar nu keken we allemaal, niet zonder enige trots, hoe vader de deur opende van onze witte Ford Escort. Wat er daarna gebeurde, hebben we nooit begrepen. Mijn vader startte de wagen, draaide aan het stuur en gaf gas waardoor de rechterachterhoek van de koffer onverbiddelijk naar de muur zwenkte. STOP! riepen we hevig geschrokken, gelijktijdig een stap vooruit zettend terwijl we onze armen uitstaken, als wilden we hem tegenhouden. Mijn vader remde zo bruusk dat de koffer opveerde. Naar links draaien riepen we, je wielen staan verkeerd. Dat hadden we niet mogen doen, want nu draaide mijn vader aan het stuur terwijl wij eigenlijk bedoelden dat hij eerst weer vooruit moest rijden, en dan pas naar links mocht draaien, wanneer de wagen weer recht evenwijdig in de garage stond. Voor we van deze verbazing bekomen waren, gaf vader gas en deze keer kwam onze Stop! te laat, met de linker neushoek van de Ford raakte hij de gecementeerde muur van de garage. Daar stonden we, met een hand voor ons ogen geslagen, tussen onze vingers turend. Ik zag mijn vader zitten, een stuk van zijn bovenrug en zijn hoofd, neksteunen waren toen nog niet verplicht, en het parelende zweet aan zijn slapen. Over de gekruiste armen van mijn moeder lag haar jas, en aan haar schouder zweefde haar tas. Draaien, draaien aan het stuur, riep mijn jongste broer, waarop wij hem een stomp gaven, deels omdat we om de een of andere reden dachten dat het allemaal zijn schuld was, deels omdat we reeds vermoedden dat alles tevergeefs was, dat we vandaag nergens heen zouden gaan. Vader draaide aan het stuur en gaf gas. De rechterachterkant van de Escort raakte de muur. Het voelde aan alsof iemand met een mes in ons vel sneed, en onze ogen puilden uit van ongeloof; dit kon niet waar zijn. Met veel gedempt gevloek deed mijn vader zijn jas uit terwijl hij achter het stuur bleef zitten. Toen begon hij, onbegrijpelijk genoeg, weer aan het stuur te draaien. Van servo was toen nog geen sprake. Naar de andere kant, draaien naar de andere kant, nu riepen we een beetje door elkaar, wilde hij nu toch maar naar een van ons luisteren. Mijn moeder draaide zich, de tas van haar schouder hakend, om, en liep op de voordeur af, haalde de sleutel te voorschijn en ging het huis weer binnen. De rolluiken die ze zopas nog tot halverwege had neergelaten, trok ze weer op. Het leek wel of mijn vader het geluid dat dit veroorzaakte, probeerde te overstemmen door gas te geven. Bij de klap die daarop volgde, was er nu gerinkel van glas te horen, voor ons het sein om ook naar binnen te gaan. Even later hoorden we hoe de garagepoort opnieuw naar beneden kantelde. Niemand durfde vader aan te kijken toen hij tenslotte binnenkwam, maar allen waren we onder de indruk van de grote donkere kringen onder zijn oksels.

2 opmerkingen:

Wenz zei

Nee! Het kan niet waar zijn. Daar zat ik, middenin je verhaal, ik zag je vader op de fiets zitten, ik zag jou in de berookte kamer staan, ik hoorde je ouders opgewonden spreken over de bezoekdag terwijl ik op de achterbank zat. En dan opeens die horror wending! De droom aan diggelen, de auto in de prak.

:(

Anoniem zei

zo schone geschreven,'k zient voor mijn ogen gebeuren, en dat fotoke, dat weet ik nog, fantastico
franciska