zaterdag 8 september 2007

Slack Bastard in de Charlatan



Het laatste dat je van Luc Dufourmont kunt zeggen is dat hij bij de pakken blijft zitten. Ooit de onvolprezen zanger van de Ugly Papas, waarin hij samen met Dr Dekerpel de plak zwaaide. Dekerpel, samengesteld uit variërende delen Sun Ra, John Fahey en Frank Zappa. Dufourmont, een vreemde mix van Meatloaf, Robert Plant, en Screamin’ Jay Hawkins. Samen verantwoordelijk voor twee onverslijtbare cd’s; ‘Papa Rules, Ok?’ (’91); flink ontregelde, hoekige en explosieve rock’n roll, en ‘Ugly Papas’ (’94), dat omwille van z’n voor die tijd nog ongebruikelijke melting pot aan stijlen en/of compromisloze experimenteerdrift in de van het lam Gods geslagen vaderlandsche pers grotendeels genegeerd werd.



Hypnotiserende Franstalige psychedelische dubchanson werd afgewisseld met hypernerveuze aanslagen op het zenuwstelsel en de cd werd dan ook ongeschikt gevonden voor de samenstelling van het programma ‘Crooners En Soft Music’.
Met de jaren verkreeg deze grandioze tour de force alsnog de status van cultklassieker. Zowel Think Of One als dEUS zijn schatplichtig.
Het album betekende helaas ook het begin van het einde voor de Papas.
De heren gingen elk hun weg en zorgden hier en daar nog voor een opflakkering waarbij bij de aanwezigen diep van binnen vooral het gemis naar de Ugly Papas voor een ongemakkelijk, branderig gevoel zorgde.
Het was dan ook met een propere zakdoek dat ik me donderdag 6 september naar de Charlatan in Gent begaf, naar een optreden van de ‘nieuwe groep’ Slack Bastard.



Dufourmont heeft schoon volk rond zich verzameld: Isolde Lasoen, Steven Janssens, Filip Wauters en partijgenoot Dick Descamps. Afzonderlijk in dit of een vorig leven onder meer werkzaam bij Daan, Ozark Henry, Billy King, Whodads en Ugly Papas.
Het span dat op het podium stond oogde bijzonder monter & fris, en tijdens het optreden bedacht ik dat dit de grote droom van Dufourmont moest zijn: Belgische topmuzikanten die op hetzelfde spoor zitten en zich ten doel gesteld hebben het publiek op een genadeloze trip te trakteren doorheen een vandaag zo goed als vergeten maar opwindend stukje muziekgeschiedenis. Oude nummers werden vanonder het stof vandaan gehaald en grondig gestretcht en nieuw leven ingeblazen. Tijdloze nocturnes van de Dead Kennedys, Captain Beefheart, Howlin’ Wolf, Jacques Dutronc en de Papas zelve werden zonder muilband op de aanwezigen losgelaten. De kansloze meute verweerde zich bewonderenswaardig. Strakke en genadeloos duelerende en op elkaar inhakkende gitaren. Een drumstel dat onophoudelijk afgeranseld werd, tevergeefs hopend op een genadeslag.
(Toch zou ik er alles voor geven om een avond lang een drumstel te zijn.)
De bas als een gejaagde hartslag die het geheel leven in blies en de broekspijpen en passant deed flapperen. In Dufourmont nam de demon de overhand en de uitpuilende oogballen rolden exorcistgewijs in de purperen op knappen staande tronie, terwijl in spuug verpakte doodsreutels over de koppen stuiterden. Het zal geen verrassing zijn als ik hier beken dat me gaandeweg het gevoel besloop bij iets legendarisch aanwezig te zijn. Momenten van beestachtige, maar ontroerende schoonheid.
Nouja, zoiets.
Mijn zakdoek kwam in elk geval van pas.

Geen opmerkingen: