zondag 30 maart 2014

BOD

Een Porche 911, een Porche 356 en een Ford Mustang, allemaal in een uitstekende staat en op schaal 1/18. Gefabriceerd ergens in de jaren zeventig.
Een iets kleinere man kwam naast me staan. Hij droeg een deukhoed en een kostuum dat rond zijn lichaam wapperde.
'OEIE, DA GOAN DIERE ZIEN' brulde hij. Mensen keken geschrokken onze richting uit. Ik telde twee tanden.
'Als je ze opzoekt op het internet, schommelt de prijs tussen dertig en veertig euro' zei ik. Hij knikte met een blik die daar niet van opkeek.
'EN IER? OEVELE KOSTN ‘Z IER?' Een beetje alsof een ploeg houthakkers een bos neerhaalden met gigantische motorzagen terwijl een trein het station binnenreed en op het allerlaatste moment uit alle macht remde.
'Startbod is twaalf euro' antwoordde ik. Dit was dan ook het opbodkastje waar alleen de meer bijzondere spullen in terecht kwamen. Beneden had ik een houten Boeddha gezet, een groot in hout gekapt beeld. Daarboven stonden de schaalmodellen. De decadentie van het westen versus de verlichting van het oosten.
'OWLA!', snauwde de man en greep de Porche 356 vast.
'DOA GOAK NIE LANGE OVER PEIZEN!' Hij schonk me de breedste, maar minst verleidelijke glimlach die ik ooit kreeg.
'Dat zal niet gaan', zei ik. Hij keek schuin naar me op, nog steeds glimlachend maar met iets ondeugends in de ogen, alsof ik iets slims had gezegd.
'Dit is het opbodkastje' zei ik. 'Als er iets speciaals binnenkomt, houden we dat soms opzij en plaatsen het bij gelegenheid in dit glazen kastje. We stellen een startbod vast, en na een week kijken we wie het hoogste tussenbod heeft uitgebracht. Dat vermelden we dan op dit kaartje onder het startbod, en nog een week later lopen de biedingen af. Dan laten we de hoogste bieder weten dat het artikel voor hem opzij gehouden wordt.' Hij bleef me aankijken, het hoofd lichtjes gekanteld, met dat verrassend verfijnde lachje op zijn zo goed als tandeloze mond. Ik kreeg het gevoel dat ik zonet een grap had verteld waarvan de clou niet helemaal duidelijk was. Ik kon een zucht onderdrukken en greep naar de wagen. Het was iets wat hij niet verwacht had waardoor ik het ding gewoon uit zijn handen kon nemen. De verwondering stond in zijn ogen te lezen.
'WUK GOA JE DOEN TÈ?' raspte hij.
'Dit is het opbodkastje' herhaalde ik, trager nu, en iets luider en duidelijker articulerend want ik vermoedde dat het gehoor van de man er nog erger aan toe was dan dat zijn gebrul deed vermoeden.
'Op de artikelen die hierin staan moet je bieden.'
'AAH, IS ’T ZUKN TWODDE?!' Hij snoof verontwaardigd alsof hij aldoor geweten had dat er een addertje onder het gras zat. Ik voelde me een oplichter terwijl ik het schaalmodel terug in de kast zette.
'EN OEVELE IS TLEESTE BOD?'
'Twaalf euro per wagen' zei ik.
'EWEL, TON GOAK E BOD DOEN! GOAJE ‘T UPSCHRIEVN?' Gedwee nam ik een invulformuliertje.
'Hoe hoog is je bod?' vroeg ik.
'ELF EUROS' blafte hij.
'Maar het startbod staat op twaalf euro' zei ik geduldig.
'MOAR UT ER NIEMAND BIEDT, GOA JE TON NIE BLIE ZIEN MÉ ELF EUROS?'
Niet opgewassen tegen zoveel nuchter boerenverstand capituleerde ik, en vulde het bedrag in.
En het was tot mijn eigen verwondering met enige spijt dat ik twee weken later constateerde dat iemand hem overboden had.

Geen opmerkingen: