dinsdag 27 juli 2010

EN DAT HET WENT

Jouw lach die ik uit duizenden herken,
in een stroom waartussen ik
daarnet al dacht dat ik je zag,
jij die in mijn hoofd je intrek hebt genomen,
met mijn demonen samenspant

Hoe ik je ieder ogenblik verwacht,
verblind, verdoofd, een niet te stelpen dorst
in een gestel dat slechts voor jou
ontvankelijk is, ontegensprekelijk
voor immer van zijn rust beroofd

Hoe ik dolend aan een toog met troebele blik
diep in de nacht zit dag te dromen,
onze gesprekken overloop, woord voor woord
en ieder woord weer omkeer en herschik,
verstrikt, verdwaald,

verterend door de wetenschap
dat jij daarbuiten ergens bent,
en lacht en dingen zegt
en doet die ik nooit
zal te weten komen

En dat het went
dat het niet went
dat je er niet bent
als je er bent

Geen opmerkingen: