woensdag 10 maart 2010

Een Vrolijk Tranendal

Richard Yates, 'Cold Spring Harbor'


Niemand kan zo mooi over de menselijke ellende schrijven als Richard Yates. Over dat eeuwige streven naar geluk en volmaaktheid dat alleen maar leidt tot frustratie en wanhoop. Hij wordt beschouwd als de chroniqueur van de keerzijde van de Amerikaanse droom, maar het kleinmenselijke leed dat Yates beschrijft is universeel. Zijn personages laten zich maar al te graag misleiden door de schijnwereld die Hollywood en allerhande advertenties hen voorspiegelen. Ze blinken uit in onmacht om met de aangereikte ingrediënten gelukkig te zijn en koesteren onrealiseerbare ambities. Een fikse portie doffe ellende dus.

Yates moest niet ver gaan zoeken naar inspiratie voor zijn boeken. Zijn ouders scheidden op jonge leeftijd. Verhuizen werd voor de jeugdige Yates de normaalste zaak ter wereld. Net als zijn moeder had hij last van hevige stemmingswisselingen; hij kreeg een eerste, zware zenuwinzinking op zijn vierendertigste en werd herhaaldelijk opgenomen om zijn zware drankverslaving en depressies te laten behandelen. Volgens de overlevering overleefde hij op het laatst op vier pakjes sigaretten per dag, liters koffie en sloten alcohol. Het belette hem niet een klein, maar uiterst fijn oeuvre bijeen te schrijven.

'Cold Spring Harbor', zijn zevende en laatste roman, dateert van 1986 maar speelt zich af net voor de Tweede Wereldoorlog losbarst. Charles Shepherd beschouwt zichzelf als een mislukkeling. Niets in zijn leven heeft hij met voldoening weten te volbrengen. Zijn grootste frustratie stamt uit zijn jeugd, wanneer hij als jonge luitenant de oorlog wordt in gestuurd. Wanneer hij met grootse verwachtingen het strijdperk betreedt, maakt een wapenstilstand een einde aan de Eerste Wereldoorlog. Dat zijn jammerklachten hieromtrent slechts op onbegrip en afgrijzen stuiten, maakt het allemaal nog erger. En hoewel hij bij het leger blijft, slaagt hij er niet in carrière te maken. Ondertussen wordt zijn vrouw zenuwziek en kampt ze met een alcoholverslaving. Ook zijn zoon Evan, waar hij aanvankelijk grootse verwachtingen over koesterde, blijkt uiteindelijk een ontgoocheling.

Maar wanneer Charles autopech krijgt in Greenwich Village heeft het er alle schijn van dat zijn kansen keren. Samen met Evan klopt hij aan bij een willekeurig huis om er te telefoneren. Evan laat er zijn oog op de dochter des huizes vallen, de lieftallige Rachel, die niet ongevoelig is voor de aandacht die ze krijgt van de knappe jongeman. De kennismaking met de bewoners van dit huis zal op termijn grote gevolgen hebben voor beide families.

Met de boeken van Richard Yates is iets vreemds aan de hand. Deze meester van de melancholie bezit de gave om de meest deprimerende situaties met een zeldzaam optimisme te beschrijven, en weet iets opmonterends toe te voegen aan deze sombere poelen van ongeluk. Zijn magistrale schrijfstijl gedrenkt in subtiele humor ontlokt de lezer een vage, maar langgerekte glimlach. Hoe troosteloos het tranendal hier ook geschetst, je wordt er bijna vrolijk van.


© Rino Feys @ Cutting Edge

Geen opmerkingen: