zondag 25 mei 2008

Opsporingsbericht

Hier, aan de rand van de snelweg, waar ooit eens metershoog onkruid groeide, lang geleden, tiert nu fluisterbeton, en daarop - tussen de resten van dode vogels, filtersigaretten, en versplinterd glas - een schoen.
De schoen rust op z’n zij, de binnenkant naar onder, de opening naar voor. Je kunt je er een voet bij voorstellen, en met wat goede wil een been, maar een gezicht wordt snel abstract. Daarvoor heb je dan weer een hoed nodig.

Soms droom ik dat ik met een fiets rijd en plots, bijna gelijktijdig met de vaststelling dat ik op die fiets zit, constateer ik dat ik naakt ben. Een diepe schaamte overvalt me dan.
Hoe ik daar ineens terecht gekomen ben, kilometers ver van huis; dat doet er vreemd genoeg niet toe. Ben ik me vergeten aan te kleden in die droom? Het kan bijna niet anders. Want je moet het eens proberen, alleen al een schoen verliezen onderweg: het valt niet mee.

Alles hangt af van de locatie. Langs een landelijke weg hoeft het niets te betekenen, op snelwegen echter slinken de overlevingskansen van de drager vliegensvlug.
Mocht het mijn lot zijn, dan wens ik mezelf toe dat ik die dag twee intacte sokken draag. Maar nog liever een gat waar een teen uit puilt, dan dat men moet constateren dat mijn kousen grondig met een sterk gelijkend kleur werden versteld. Of afkomstig zijn van twee verschillende paren. Sokken die vreemd gaan zijn in staat om passanten en omstanders te verleiden.
Niet dat er niet gelachen zou mogen worden als ik dood ben, maar indien mogelijk wil ik vermijden dat er rond mijn stilgevallen corpus bij de vleeswaren inspectie vreemde knieën knikken van de slappe lach terwijl mijn afmetingen worden genomen. Ik weet wel dat het er dan allemaal niet meer toe doet, maar het is goed voor mijn gemoedsrust.

Op het eerste zicht lijkt het misschien een banaal detail, maar het speelt een grote rol of zo’n als uit de hemel neergevallen schoeisel open is, of dicht. Het kan het verschil betekenen tussen uit het leven zijn gerukt, of uit een schoen gelicht.
(Het haar op mijn armen richt zich in één tel op bij het aanschouwen van de dichtgeknoopte veters.)

Misschien kun je het ergens nagaan: worden er na een ongeval soms dodelijke slachtoffers met slechts één schoen aan binnengebracht? Meldt men dat dan aan de familie? En wat als blijkt dat deze betrokkene een wees was, zonder verwanten of vrienden?
Het zou het niet meer dan redelijk zijn dat men de schoen gaat zoeken, eventueel via een opsporingsbericht. Zodat het lichaam tenminste op fatsoenlijke wijze gestrikt de grond in kan. Is dat geen troostende gedachte?

Daarom pleit ik voor een opvangcentrum, een schoenasiel, iets als Assepoester.com of The Cinderella Detectives, met een opslagplaats waar de gevonden schoenen in kleine vakjes achter glas worden bewaard, wanneer en waar ze aangetroffen werden in een logboek genoteerd, en waar van ieder paar uitsluitend één exemplaar aanwezig is. Dat daar ook onderzoek naar wordt gedaan. Na een wachttijd van een jaar kunnen de niet opgehaalde schoenen dan naar voormalige oorlogsgebieden worden opgestuurd.

Misschien komt er ooit nog een TV reeks van.

1 opmerking:

wallican zei

op canvas, om 23u30 op maandagavond.
ik vermoed 13-delig