woensdag 30 mei 2007

Dead End Street

Ik had een afslag te vroeg genomen.
Het overkomt me wel vaker. Ik ben niet zo vlot in het verkeer, en wat doe je daaraan?
Ze zat in gedachten verzonken naast me, en had het niet gemerkt. Plots veerde ze op en staarde ontdaan naar de rijbaan voor ons.
Een vogel bevond zich midden op de weg. Angstig trippelde hij onregelmatige achten op het asfalt, grote lussen die hij gehaast maakte, alsof hij spoed had. Alleen kon hij niet goed beslissen waarheen.
Ik kon dat begrijpen.
Door een wrede speling van het lot zag hij alles ondersteboven, én achterstevoren, alsof hij achtervolgd werd door het verleden.
Z'n kopje bungelde naast z'n rechtop lopende lijfje.
Een niet meer te achterhalen klap had z'n nekje gebroken. Vreemd genoeg leefde de vogel nog.
Ik stapte uit, niet goed wetend wat te doen.
Het diertje leed zichtbaar, en toen ik naderbij kwam, leek z'n ellende nog toe te nemen.
Hulpeloos nam ik hem op, het bleek een jonge lijster te zijn. Ik wedde dat z'n plaats in het nest nog warm was.
Eerst protesteerde de vogel, maar besloot toen stil te gaan liggen. De oogjes knipperden, alsof het licht te fel was, en vielen toen dicht.
De vogel ging uit in m'n hand.
Hij voelde zacht en warm aan, maar alleen de wind zorgde nog voor wat beweging in de veren.
Ik liep een openstaande weide in en stopte hem diep in het lange, wuivende gras.
Toen ik verder reed, bleek ik weer op de vorige weg uit te komen.
Ginds zag ik de afslag die ik nemen moest.

Geen opmerkingen: