donderdag 16 april 2020

VAN ONZE WAARNEMERS IN DE KRINGLOOPWINKEL

Het is zaterdagochtend, nog tien minuten en het werk begint. Iedereen zit in gedachten verzonken. Jalal opent een zakje van de bakker en presenteert de opening aan Ali die er eventjes in kijkt en er dan een boterkoek uit vist. Even later zitten ze met malende kaken voor elkaar, de blik op oneindig. Plots kijkt Ali me aan.
'Heb jij het nieuws gehoord, Rino?'
'Wat voor nieuws?'
'Amerika zal papier tekenen met Taliban zodat oorlog in Afghanistan stopt.'
'Dat heb ik gehoord op weg naar het werk. Maar er werd ook gezegd dat er eerst een week met minder geweld moet zijn.'
'Ja, nog tien procent oorlog in plaats van honderd!' Ali's beruchte, bulderende lach breekt los en vult eventjes onze keuken. Dan vertaalt hij, nog steeds lachend, voor de nieuwsgierig kijkende Jalal wat er zonet gezegd werd.
'Wat is er zo grappig?'
Ali's ogen worden groter terwijl hij naar de tafel kijkt, alsof hij daar zoekt hoe hij dit allemaal uit kan leggen.
'In Afghanistan zijn er in 2014 presidentsverkiezingen geweest. Ghani won de verkiezingen. Maar Abdullah Abdullah zegt dat hij is winnaar en de uitslag niet juist. Amerika komt helpen en zegt dat Ghani nieuwe president is. In september 2019 nieuwe verkiezingen. Abdullah Abdullah zegt opnieuw hij is winnaar, maar regime en Amerika zeggen uitslag is nog niet geteld. Vijf maanden Rino, om uitslag te tellen! En dan, zij zeggen Ghani, kandidaat van Amerika winnen en weer president.'
Ali knikt naar me, om te kijken of ik nog mee ben. Ik knik terug.
‘Maar Abdullah Abdullah zegt dat de uitslag is niet juist en hij ook regering zal maken. Nu twee regeringen in Afghanistan, officiële en niet officiële!’ Hij schudt zijn hoofd en vertaalt alles voor Jalal.
'Dus, wat zeg je nu? Dat er met de verkiezingen geknoeid is?'
Ali haalt zijn schouders op, en vertaalt mijn vraag voor Jalal, die eveneens de schouders opsteekt.
'Ik weet het niet. Ik denk uitslag nooit juist. Want allemaal maffia.' Hij maakt een gebaar met zijn hand waarmee hij suggereert dat hij geld in zijn binnenzak stopt.
Maar er zijn geen binnenzakken aan onze kringloopwinkeltrui.
'Is Abdullah Abdullah een goede kandidaat voor jou?'
'Er is geen goede kandidaat. Allemaal corruptie. Niemand denkt aan de mensen in Afghanistan.'
'Maar is het niet goed dat er vrede komt?'
'Vrede is alleen op papier, Rino. De oorlog in Afghanistan duurt al meer dan veertig jaar!' Hij zucht. Jalal begint te praten, zijn stem gaat omhoog, omlaag, zijn armen zwaaien heen en weer. Ali knikt.
'Jalal zegt, grote probleem is dat Taliban is niet één man. Taliban zijn veel groepen. En al deze groepen willen baas zijn, maar niemand is grote baas. Daarom kunnen zij niet zeggen dat oorlog één week stopt, want niemand spreekt voor allemaal. Daarom zeggen zij nog tien procent vechten. Maar wat is tien procent vechten? Wie controleert? Er is geen controle. Niemand kan controleren. Dat papiertje alleen maar goed voor Amerikaanse president.'
Hij lacht, en vervolgt dan fijntjes, met een stillere maar ook hogere stem, 'en alle mensen in Afghanistan weten dat! Voor deze mensen blijft alles zelfde.'
Opnieuw schudt hij het hoofd.
'Het zal niet stoppen door papiertje met Amerika.'
We zitten in de keuken van de kringloopwinkel in Avelgem, ver weg van de onderhandelingstafels. Maar soms lijkt het alsof we vanop de eerste rij zitten toe te kijken.
Ali knikt kort naar me, maar deze keer niet om te zien of ik nog mee ben. Gewoon om te bevestigen. Hij heeft gezegd.
Daarna nemen ze allebei opnieuw een hap van hun boterkoek.

Geen opmerkingen: