donderdag 16 april 2020

BERG

We zitten in mijn bureau voor de evaluatie van Linda.
We, dat zijn Annemie, haar begeleidster bij het Sociaal Huis, Linda en ikzelf. Sedert de vorige evaluatie, twee maanden geleden, heeft Linda amper drie weken gewerkt. Omwille van haar ziekteverzuim hebben we toen meteen een nieuwe afspraak gemaakt om na te gaan of er vooruitgang merkbaar was. De voortzetting van haar traject hing er van af. Linda beloofde beterschap. Maar dat is dus niet gelukt.
Waarom Linda zo vaak ziek is? Verschillende redenen. Eén van de meest voorkomende is een schouder die door een ongeval verbrijzeld werd en waarmee het nooit meer goed gekomen is. Daar valt ze af en toe mee uit. Om de zoveel tijd krijgt ze er een cortisonespuit in. Een niet al te koosjere gang van zaken maar blijkbaar zien de dokters geen andere oplossing meer.
Daarnaast had ze ook last van enkele kleinere aandoeningen. Zo kwam ze op een dag hinkend binnen en zo ging door tot ze bijna geen stap meer kon zetten. Linda klaagt niet snel.
Oorzaak bleek een ingroeiende teennagel die operatief verwijderd moest worden. Ze had geregeld tandpijn, afkomstig van enkele gaatjes, wat op zijn hoogtepunt voor een bijna groteske vervorming van haar gezicht zorgde. Ook enkele wijsheidstanden moesten eruit. Vanwege de venijnige tandwortels werd het opnieuw een operatie.
Even later bleken er vingerdikke spataders over haar benen en billen te kronkelen, die de laatste tijd geregeld pijn deden, en daar mag je niet mee talmen. Verwijderen, voor er een bloedklonter naar de hersenen trekt.
En zo was er elke week wel iets.
Groot onderhoud noemen we dat, achter de schermen. Want eigenlijk is het niet meer dan logisch: door chronisch geldgebrek heeft men zichzelf jarenlang verwaarloosd en daar betaalt men later dan de prijs voor. Nu moeten we geduldig afwachten. Op een dag is Linda weer als nieuw.
Jammer genoeg was er ook een verrassingselement. Zo had ze verschillende kneuzingen en een blauw oog opgelopen na een confrontatie met haar ex-man. Een vrachtwagenchauffeur die telkens een hele week weg was, op zaterdagavond weer aanmeerde en, na zich voldoende moed ingedronken te hebben, naar het huis van zijn ex trok. Het straatverbod lapte hij aan zijn laars.
Meestal bleef het bij wat nachtelijk heen en weer geroep, maar toen hun dochter er op een keer genoeg van had en de voordeur opentrok om haar zegje te doen, stormde hij het huis binnen dat hij daarna nagenoeg sloopte. Dochterlief en ex-vrouw kregen enkele rake klappen. Hij bracht de nacht in de cel door. Het zag er niet al te best voor hem uit.
Een dag later trok Linda haar klacht opnieuw in.
‘Maar soms was je ook wel eens ziek, zo’n ziekte waar niet iedereen voor thuisblijft, niet? Zoals die keer dat je keelpijn had?’
Annemie zet graag de puntjes op de i, Linda knikt aarzelend.
Ze zit er bedremmeld bij. Zegt dat ze bang is om haar werk te verliezen. Want dat ze hier zo graag werkt. Ik zeg dat ik het begrijp want dat ik ook kon zien dat ze zich hier amuseerde. Dat haar werk goed gedaan was en we tevreden over haar waren. Maar dat ze van de 133 dagen die ze moest werken sinds ze hier begon, 64 dagen ziek was, waarbij ik haar haar fiche voorhoudt. En het doktersbriefje waarmee ze nu al heeft tot eind volgende maand. Zo kunnen we toch niet werken? Iedereen kan wel eens ziek zijn maar toch niet elke week? Dat er dus eerst naar haar gezondheidsproblemen moet gekeken worden.
‘Ik weet het’, zegt ze. Maar dat het moeilijk is. Alsof het universum het op haar gemunt heeft. En dan begint ze op te sommen wat er momenteel allemaal aan de hand is. Zo heeft ze al enkele weken last van haar heup, niet voor het eerst. Ze heeft al enkele inspuitingen gehad, maar de dokter wees haar er de laatste keer op dat het een tijdelijke oplossing is en dat ze een nieuwe heup moet overwegen. Ondertussen werd haar dochter van school naar huis gestuurd omdat ze zich niet goed voelde. Thuis raakte ze buiten bewustzijn en de snel bij geroepen huisarts liet haar meteen opnemen in een ziekenhuis in Brussel. Het was haar hart. Ze werd daar vroeger al enkele keren aan geopereerd, zware operaties waarbij Linda ‘s nachts in de kliniek waakte bij haar kind. Binnenkort moet haar dochter nu opnieuw geopereerd worden. Dat ze bang is en 's nachts wakker ligt. Dat het haar kapot maakt. En Linda's ex man weigert ondertussen bij te dragen zodat ze alles alleen moet ophoesten. Als ze klaagt riskeert ze dat hij een woedebui krijgt en opdaagt om haar een afranseling te geven. Ze heeft geen auto en staat overal alleen voor.
Ze kijkt naar ons, bang voor het verdict. Annemie schraapt haar keel voor ze begint te praten. Ik merk dat ze zenuwachtig is.
'Het is allemaal heel erg en we weten dat jij er ook niets aan kunt doen maar helaas, hier kan het zo niet verder. Straks is er comité en moet ik verslag uitbrengen. Maar ik weet nu al wat het zal worden. De laatste keer hing het al aan een zijden draadje. Ze zullen het traject stopzetten.'
Linda's ogen lopen ogenblikkelijk vol, dikke parels die over haar wangen glijden.
'Luister,' zeg ik, 'we hebben momenteel een tekort aan personeel. En als ik bij het OCMW peil, zal dat nog een tijdje het geval zijn. Om de een of andere reden zijn er voor het moment geen kandidaten. Straks vallen hier nog enkele mensen weg, die hun traject dan hebben afgerond. Ook voor hen is er niet meteen vervanging. Waarmee ik zeggen wil: als jij je zaakjes op orde krijgt, kun je - wat mij betreft - terugkeren. Wat denk jij, Annemie?’
Annemie kijkt verrast op, lijkt eventjes na te denken.
‘Ik kan niet spreken namens het comité, maar het is in elk geval een groot voordeel dat je terug mag komen. Ik denk niet dat iemand daar bezwaar tegen kan hebben.’ Linda knikt terwijl ze met een zakdoek haar ogen droogwrijft, maar het is dweilen met de kraan open.
‘Kijk, Linda, het is nu januari: ik schat dat dat op zijn vroegst ergens in het najaar zal zijn voor alles weer een beetje op z’n pootjes terecht zal komen. Na het herstel van je dochter, en van de eventuele operaties die jijzelf moet ondergaan. En dan kom je terug en beginnen we van vooraf aan, met een schone lei. En met duidelijke afspraken. Want we waren hier tevreden over je, maar het zit je gewoon niet mee, momenteel. Ik ben er zeker van dat ook onze coach er zo over zal denken.'
Snikkend mompelt ze iets onverstaanbaars, neemt mijn hand nog eens vast, schudt haar hoofd, en zo nemen we afscheid, terwijl ze naar de grond kijkt en de tranen over haar gezicht glijden en aan haar kin bengelen. Annemie en ik staren haar na terwijl ze het bureau uitloopt.
Het houdt me de rest van de week bezig. Hoe het komt dat sommige mensen alle pech van de wereld op hun rug lijken te torsen. Het lijkt eindeloos: als er eindelijk wat licht in de verte gloort, schuift er een nieuwe donkere wolk voor de zon.
Dan besef ik dat iedereen problemen heeft, de ene al meer dan de andere. En het is niet eerlijk; sommige van die problemen raak je nooit meer kwijt. Maar als je problemen hebt die wel oplosbaar zijn, moet je die proberen aan te pakken. Je mag ze niet laten sluimeren, ze groeien sneller dan je denkt.
Want als je pech hebt, spannen al je problemen op zekere dag samen, en worden ze een berg.

Geen opmerkingen: