woensdag 26 januari 2022

POSITIEF

Amir is de knuffels aan het prijzen en zich nog niet bewust van wat er op hem afkomt.
‘Je huisdokter heeft net opgebeld. Je hebt een corona test laten doen?’
‘Ja, ik heb veel last van rugpijn en gisteravond na het werk naar dokter geweest. Maar toen moest ik test laten doen, ik weet niet waarom. Want ik ben niet ziek.’
‘Jij bent nooit ziek Amir. Maar de dokter zegt dat je al de hele week pijnstillers neemt omdat je pijn in je hoofd hebt. En dat je klaagde dat je ook keelpijn had. Daarom heeft hij de test gedaan. Jammer genoeg is je test positief. Je moet ogenblikkelijk stoppen met werken, naar huis gaan en in quarantaine blijven, voor minstens tien dagen.’
‘Maar waarom? Ik ben niet ziek!’ Verontwaardigd staart hij me aan.
Amir heeft veel last van zijn rug. Onlangs zei hij, terwijl hij over zijn bril keek: ‘Maar pas als ik niet meer uit mijn bed kan, zal ik thuisblijven. Thuis is niet goed Rino. De hele tijd denken. Hoofd wordt gek!’ Ik heb met hem te doen. Hij is hier alleen, wachtend op nieuws van vreemdelingenzaken.
Enkele weken geleden zei hij een keer: ‘Ik verwacht elke dag goed nieuws.’ Ik had hem nog niet eerder zien glimlachen.
Want het zou zomaar kunnen dat hij plots het bericht krijgt dat de aanvraag goedgekeurd is en zijn vrouw en kinderen zich bij hem mogen voegen. Maar elke keer dat ik hem daarna vroeg of hij al nieuws gekregen had, schudde hij enkel met z’n hoofd.
Nu moet hij tien dagen in quarantaine. In die tien dagen is er de jaarwisseling en gaan we van oud naar nieuw.
‘Heb je een boek om te lezen?’
‘Nee.’
‘Heb je een tv?’
‘Nee, maar ik heb laptop. Maar ik kan niet kijken. Ik kan niet lezen. Ik kan niet stilzitten. Mijn hoofd Rino, mijn hoofd! Ik moet werken, anders word ik gek!’
‘Luister Amir, misschien voel je je niet ziek. Maar je bent drager van het virus en kunt anderen besmetten.’ Hij haalt de schouders op, de moedeloosheid staat op zijn gezicht te lezen.
‘Oké,’ zegt hij, ‘niet voor mij, maar voor andere mensen ga ik naar huis.’
‘Hier, mijn telefoonnummer,’ zeg ik, ‘voor als je met iemand wil praten.’
'Dank je Rino. Maar ik ga niet bellen.' Daarna legt hij z'n hand op z'n hart en zegt, net voor hij zich omdraait en wegloopt:
'En gelukkig nieuwjaar voor jou en je familie.'

Geen opmerkingen: