woensdag 26 januari 2022

HOE GAAT HET NOG MET ARNO?

'Hoe gaat het nog met Arno?'
Het is een vraag die me, sinds ik mijn brief aan hem voorlas in Iedereen Beroemd, wel vaker wordt gesteld. In het warenhuis, in de krantenwinkel, bij de visboer. En in de kringloopwinkel, natuurlijk.
'Hoe gaat het nog met Arno?'
Ik had zo mijn vermoedens maar aangezien ik Arno niet persoonlijk ken, moest ik het antwoord schuldig blijven.
Maar sedert woensdag weet ik, weet iedereen hoe het met Arno is gesteld.
Eerst wou ik niet kijken. Tot ik in het korte interview dat hij in de namiddag bij aankomst in de studio gaf, hoorde dat deze Radio 1 sessie er op zijn verzoek kwam. Dat veranderde de situatie.
Om acht uur stipt zat ik dus klaar en probeerde toegang tot de uitzending te krijgen via de vernieuwde app die ik op mijn telefoon geïnstalleerd had en waar Radio 1 reeds dagenlang mee uitpakte. Maar het wilde niet lukken en toen besloot ik gewoon te luisteren via de website op mijn laptop waarna bleek dat er daar ook een mogelijkheid was om te kijken.
Mijn vreugde was echter snel voorbij. Wat deed het pijn hem zo te zien…
Arno windt er dan ook geen doekjes rond. Al sinds dat gesprekje in de namiddag liet hij verstaan dat er hem niet veel tijd meer rest. Ook tijdens de sessie maakte hij tussen de typische mopjes door geregeld toespelingen over het nakende einde. Dat dit misschien zijn laatste concert was en dat hij zijn moeder zal bezoeken hierboven. Met je ene been in het graf staan, grollen en zeveren en tussenin zeggen waar het op staat, het schijnt in onze volksaard te zitten.
Maar hij had waarschijnlijk niet verwacht dat het sombere toekomstbeeld dat hij voor zichzelf schetste, de volgende dagen de titels van stukjes in kranten en websites zouden worden. Want sindsdien kun je overal horen of lezen hoe Arno die avond zijn zwanenzang zong. Of hoe iemand zijn eigen in memoriam bij leven reeds te lezen krijgt.
Zo vreselijk om een van de iconen uit je jeugd, een van je all time favoriete helden te zien aftakelen in de wetenschap dat de grote verdwijntruc spoedig volgt. De uitgemergelde man op die stoel bleek nog slechts een schim van die 'Chippendale', zoals hij schertsend zei toen hij naar een oude foto van zichzelf wees terwijl hij door een gang van de Radio 1 studio liep. Wat restte was een broze verschijning wiens timbre ineens een stuk lichter en hoger klonk en het donkere, rokerige miste dat zich de laatste jaren zo nadrukkelijk in zijn stem genesteld had.
Eerlijk? Zo wilde ik me mijn held niet herinneren.
Het leuke aan verrassingen is dat ze zo onverwacht komen. Want na een half uur aan hartverscheurende pianoversies van klassiekers zoals 'Je Veux Vivre', 'Lonesome Zorro' en 'Les Yeux De Ma Mère' waar je met de krop in de keel naar zat te kijken, greep hij plots naar speelser, funkier werk.
Drummer Sam Gysel kwam erbij, Bruno Fevery wisselde de toetsen in voor een vinnige gitaar en met bassist Mirko Banovic bracht Arno zomaar, vanuit het niets, 'het surrealistische, echt Belgische', zoals hij de song zelf omschreef, 'Do The Kangaroo': een herwerkte versie van het gelijknamige nummer uit 1981 dat hij samen met Jean-Marie Aerts onder de naam La La uitbracht en dat op YouTube terug te vinden is - ik heb het opgezocht want ik had er ook nog nooit van gehoord. Surrealistisch, dat is misschien wel het sleutelwoord voor wat volgde.
De ernstige ondertoon was ineens verdwenen, het bleek tijd voor een vrolijker noot en onze chanteur de charme kikkerde zienderogen op, zijn stem sterkte hoorbaar aan en hij zat op die stoel met de benen wijd, de rug lichtjes gebogen, herinnerend aan hoe hij vroeger als jonge adonis op het podium stond; de ogen dicht, de ontblote tanden op elkaar en zijn prachtige kin maakte ineens opnieuw die legendarische bewegingen naar voren waardoor duidelijk werd dat er onder dat dunne laagje beschaving een woest wild dier stak - meer was er destijds niet nodig om zowel de mannelijke als vrouwelijke helft van het publiek in vervoering te brengen. Om hetzelfde effect te bekomen moest de jonge Elvis een nummer lang met de heupen wiegen, ik wil maar zeggen.
Hierna werden we enkel nog op pittige, als dafalgans bruisende versies uit zijn rijk gevulde songboek getrakteerd. Zoals 'Ratata', het titelnummer uit zijn derde soloalbum; je zag hoe hij er gaandeweg steeds meer plezier in begon te scheppen, getuige ook de ronduit sublieme, withete versie van 'The Parrot Brigade' - ik overdrijf zelfs geen klein beetje - een TC Matic song van het eerste uur waarbij z'n iets scherper geworden stemgeluid deed denken aan die goeie ouwe tijd.
Er volgde nog een scheurende, bluesy versie van 'Meet The Freaks', het broeierige 'Funky Your Not' en langzaamaan verdween de zieke man en zag je, mits je je ogen lichtjes dichtkneep, enkel nog die vertrouwde ouwe Arno, wat ook - het moet gezegd - deels te danken was aan die eeuwige en misschien wel net daardoor geruststellende, lichtjes aangebrande grappen tussen de nummers. 'Oh La La La', zat strak in het pak, klonk na al die jaren nog steeds fris van de alcoholvrije lever en 'Putain Putain', opgedragen aan Mister Brexit, voerde me terug naar mijn zolderkamertje waar ik TC Matic's laatste album, 'Choco', als snotneus heb kapot gedraaid.
De set werd afgesloten met een heerlijke versie van 'Ha Ha', als een opgestoken middenvinger in de richting van de nietsontziende humorloze met de zeis. Er volgde nog een bonus in de vorm van 'Whoop That Thing' waarmee hij de rotziekte nog een laatste keer leek te willen bezweren en toen tjaffelde hij moe maar voldaan het podium af.
Kortom, meer dan blij dat ik toch gekeken heb. En ondertussen al enkele keren opnieuw beluisterd:

Geen opmerkingen: