maandag 19 april 2021

NORMAAL (14 DECEMBER 2020)

Nog een kleine twee weken en het is kerstdag. Sinds de heropening enkele weken geleden, is het hier een overrompeling, elke dag pieken de omzetcijfers in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Het materiaal dat binnenkomt maakt een tocht doorheen de winkel en vertrekt opnieuw, de wijde wereld in. Alles, ook spullen die we in gewone omstandigheden moeilijk verkocht krijgen, gaat nu vlot over de toonbank, de bankkaarten willen kunnen pinnen.
De flacons met ontsmettingsmiddel worden geregeld aangevuld, de rollen poetspapier slinken aan een razend tempo.
Af en toe moeten we iemand aan de inkom zetten omdat er geen winkelmandjes meer zijn en de ruimte, volgens de huidige criteria althans, verzadigd is met mensen. Ook de medewerkers bij de goederenreceptie en aan kassa houden een oogje in het zeil; soms proberen stelletjes stiekem door te lopen, vaak zonder hun handen te ontsmetten of een winkelmandje te nemen. De meesten vatten het sportief op als je hen terecht wijst, maar evengoed krijg je verwijten naar het hoofd geslingerd waarna een van de twee nijdig naar de uitgang loopt. Sommigen zijn creatief, zoals het duo dat beweerde dat ze niet samen waren, elkaar hierbij verwonderd aankeken maar nadien wel met dezelfde wagen vertrokken.
Op de radio klinken de nieuwsberichten alsmaar verontrustender. De besmettingen nemen vooral in West-Vlaanderen opnieuw toe.
'De kappers net over de grens bij Menen zijn overboekt', zucht Kamil die barbier is maar in afwachting van een heropening een alternatieve stage bij ons doet. De regering laat de impact van de contactberoepen onderzoeken maar door de verslechterende cijfers gelooft hij niet in een versoepeling.
'Ik ben die corona zo beu als koude pap', zegt Jan, het standpunt van de wereldbevolking samenvattend.
Het is voor iedereen hier frustrerend dat je steeds weer voor agent moet spelen maar het kan niet anders. Zoals wanneer de klanten tegen elkaar aan schuiven om af te rekenen. Gelukkig is er altijd wel iemand die je dankbaar aankijkt als je de rij aanmaant om wat verder uit elkaar te staan.
Na sluiting kuier ik door de winkel waar de drukte abrupt uit verdwenen is, en controleer de kachels in de verschillende sorteerruimtes. Ik ben al een kwartier bezig met het invullen van het kasboek voor ik besef dat ik mijn mondmasker nog op heb.
Tenslotte sluit ik de poort en loop door de miezerende regen in het schijnsel van de straatlantaarns naar mijn wagen op de parking voor het zwembad. Dankzij een groot raam tot op de grond heb je een duidelijk zicht op die wemelende blauwe rechthoek, dat aquarium voor blote mensen met badmutsen op. Ze trekken baantjes, staan of zitten aan de kant in groepjes. Het doet vreemd ze zo dicht bij elkaar te zien, en hoewel vanzelfsprekend is het ook verrassend, al die gezichten zonder mondmasker, naar elkaar lachend alsof alles weer normaal is.

Geen opmerkingen: