vrijdag 29 november 2019

SINUSIET

Marjan klaagt over pijn rond haar neus en haar voorhoofd. Zegt dat haar vader daar ook vaak last van had. Ingrid kan ervan meespreken.
’'t Sinusiet’, mompelt ze, strak voor zich starend.
Johan knikt.
‘En je mag dan niet vooroverbuigen want dat zorgt voor een onverdraaglijke pijnscheut. Je zou er gek van worden!’
Het is ochtend. We zitten met z'n allen rond de tafel in de keuken van onze kringloopwinkel. Sommigen met een kop thee, de rest drinkt koffie. Mustafa's concentratie gaat volledig naar een wafeltje dat hij spaarzaam en liefdevol verorbert.
Straks gaan we aan de slag, maar eerst, over enkele minuten, volgt de werkverdeling.
''t Sinusiet,' zegt Yonus, alsof hij plots wakker schrikt uit een droom, kijkt naar mij, ziet de verrassing op mijn gezicht en zegt gewichtig ‘Jaja! 't Sinusiet messieur!', en hij wijst in volle ernst naar zijn neus en zijn voorhoofd.
We lijken allemaal eventjes van het Lam Gods geslagen; Yonus - die weinig of geen Nederlands spreekt, en met wie we alleen maar kunnen communiceren via één van zijn Afghaanse collega's hier - neemt vandaag gewoon deel aan het gesprek!
Of is ''t sinusiet' een universele uitdrukking misschien? Zou de term ook gebruikt worden in Afghanistan? Ik kan het me moeilijk voorstellen omdat het me altijd als West-Vlaams dialect in de oren klonk; zelfs in mijn grootmoeders klaagzangen kwam het woord geregeld voor en zij sprak amper een woord Nederlands.
En dan begint Yonus uitbundig te lachen, het is een besmettelijke lach. De situatie escaleert, het komt me steeds gekker voor en de tranen rollen bij sommigen over de wangen terwijl anderen schokkend, met een verkrampt gezicht stilvallen en dan ineens, luid gierend naar adem happend, weer tot leven komen.
Ik werk hier ondertussen meer dan zes jaar maar het is voor het eerst dat ik het meemaak: het Avelgemse team heeft de slappe lach!
Eigenlijk best een beroerde uitdrukking, 'de slappe lach', voor zoiets intens en diepgaands, woest en uitgelaten - haast pijnlijk om te zien. Het heeft iets angstaanjagends; alsof de groep, hysterisch geworden, een rondje in een gigantische betonmolen meedraait.
Terwijl je zelf probeert te bedaren kun je, als je naar sommige collega's kijkt, alleen maar hopen dat het weer goed zal komen. De keukenrol gaat van hand tot hand, vellen worden kwistig afgescheurd. Maar langzaam krijgen de nahikkende gezichten hun normale vorm terug.
De gebeurtenis blijft nog geruime tijd nazinderen, een bevrijdend moment dat gepaard gaat met een positief gevoel van verbondenheid. Ik krijg de indruk dat sommigen zelfs de hele dag nagenieten, en bedenk dat we elke ochtend op die manier zouden moeten beginnen. Want ook al hapert het soms in de taal, de lach maakt het nog maar eens duidelijk.
Eigenlijk zijn we allemaal gelijk.

Geen opmerkingen: